zondag 10 augustus 2014

De verhuis

donderdagavond 7 augustus 2014 spreek ik rond 21u af bij Dirk. Dirk heeft in juni voor mij een koningin gekweekt en hiermee een nieuw volkje opgezet. Koninginnen kweken... het klinkt voor mij allemaal nog als hocus pocus.

Vol spanning wandel ik samen met Dirk naar het stukje "bush" in zijn tuin. Daar staan zijn kasten netjes opgesteld, en vol verwondering kijk ik naar mijn eigen kast. Vele bijtjes vliegen in en uit. Wat een verandering met enkele maanden geleden, toen de kast enkel wat netjes in elkaar getimmerd hout was.

Dirk en ik openen samen de kast. Mijn hartje gaat zowaar sneller slaan bij het zien van de vele bijtjes en het vele werk dat ze al verricht hebben: broed (open en gesloten), honing (open en gesloten), stuifmeel, nieuwe raten... knap werk!

Blijkbaar heb ik een reuzegrote koningin (daar ben ik blij om, zo kan ik ze beter vinden) en een roversvolkje. 'Mijn volkje' heeft zowaar twee zwakkere kasten van Dirk leeg geroofd. De overblijvende bijen zijn uit noodzaak bij in mijn kastje getrokken. Zo komt het, ondanks de jonge leeftijd van mijn volkje, dat ik toch een goed gevulde kast heb.

Nieuwsgierig vraag ik aan Dirk wat er nu van me verwacht wordt... 
"Niet veel" antwoordt hij. "De behandeling voor de gevreesde Varoa is reeds gebeurd op 'blote bijen' (bijen zonder broed, en zonder ramen). Geef ze over een week een litertje voeding, dan na twee weken nog eens een litertje, en dan begin je maar volop met inwinteren tegen september." (Inwinteren betekent dat je bijen van extra voeding voorziet, zodat ze voldoende voeding hebben om de winter door te komen).



Tegen 21u30 is de avond gevallen en komen de meeste bijen thuis van een dag hard werk. Twee spanriemen rond de kast, kruiwagen op, en de auto in voor een ritje van 50 km. Best wel een vreemd gevoel om met zo'n 40 000 bijen in de auto rond te rijden. Thuis aangekomen spreek ik de bijtjes bemoedigend toe en zet ik ze op hun  nieuwe plekje.



Sindsdien kan ik het niet laten om elke dag een paar minuten naar "mijn bijen" te gaan zien, om te observeren hoe de bijtjes in en uit vliegen. Ik probeer een glimp van stuifmeelpootjes op te vangen, en dan ben ik zo blij als ik de gele klompjes ontdek aan sommige pootjes. Terwijl ik zo naar mijn bijtjes kijk, besef ik dat ik nog niet veel van deze wondere wereld begrijp, ondanks een degelijke cursus als basis. Wanneer zal ik de knepen van het vak ooit beheersen? 



Gelukkig word je bij een hechte imkersgilde niet in de steek gelaten. Buiten Luc en Dirk is er ook nog een zekere Jozef uit de buurt die als een ware imkerpeter Steven en mezelf gaat bijstaan om te groeien tot echte Imkers. 

Ik kijk al uit naar de eerste kennismaking met Jozef.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten